Nieuw vlaggenschip voor Van Mossel

Het nieuwe logistiek centrum met hoofdkantoor van autogigant Van Mossel ligt op een schitterende zichtlocatie aan de A59. Het imposante gebouw huisvest een museum op de begane grond, een werkplaats met autoschadeherstelfaciliteiten en vijf wasstraten. Buiten is een terrein met bijna vierduizend parkeerplaatsen en een poortgebouw waar de beveiliging gevestigd is. Alles is aanwezig om nóg verder te groeien.

Het was allround technisch dienstverlener Hoppenbrouwers Techniek die alle technische installaties aanlegde: de E- en W-installaties en brandmeldontruimingsinstallaties. Daarvoor werkte ze in teams, waaronder team elektrotechniek uit Breda, team werktuigbouwkunde uit Heesch en team brandmeldontruimingsinstallaties uit Udenhout. Wesley Bleijenberg is vestigingsleider in Breda en was het aanspreekpunt bij dit project. “Het is een mooi referentieproject voor ons, want je vindt veel verschillende technieken in het gebouw. Voor de monteurs was het erg divers werk. Er zijn kantoren, een showroom, werkplaatsen, een auditorium en het hart van het gebouw wordt gevormd door een atrium waar de receptie zich bevindt en waar het museum begint. Geen enkele ruimte was hetzelfde. Die diversiteit zie je niet vaak binnen één project.”

Het volledig gasloze gebouw werd door Hoppenbrouwers onder meer voorzien van warmtepompen, riolering, een klimaatplafond van bijna negen kilometer en een volledige brandmeldont-ruimingsinstallatie die werd gekoppeld aan een sprinklerinstallatie. Op elektrotechnisch gebied plaatste zij er drie transformatoren, drie hoofdverdeelkasten, de geluidsinstallatie en een DALI installatie. En dan heb je nog de regeltechnische installaties, hemelwaterafvoer, waterleidingen en alle sanitaire installaties. De werkzaamheden besloegen bijna twee jaar. Op de drukste dagen liepen er tussen de tachtig en honderd medewerkers van Hoppenbrouwers rond, vertelt Bleijenberg. “De grote diversiteit binnen het project werd gewaardeerd door de monteurs die er rondliepen.”

Als je het gebouw van bovenaf bekijkt, dan zie je dat het ovaal is, als een schip. Aan die aparte vorm moest Hoppenbrouwers de technieken aanpassen. Speciaal hiervoor schafte ze een Tool Station laser aan. Bleijenberg: “Het is een BREEAM ‘Very Good’ project, dus aan de voorkant moest alles goed geregeld worden. We hebben veel tijd besteed aan de engineering, het tekenen en de BIM-uitwerking. De tekening werd in de laser geladen, zodat we alles precies konden inmeten en uitzetten. Er waren geen vaste stramienen waarmee we konden meten. Dit dwong ons tot vernieuwende technieken die we zo fijn en makkelijk vonden, dat we ze ook bij vervolgprojecten gaan inzetten.”

Gedurende het werk kwam het regelmatig voor dat een tekening aangepast moest worden, vanwege nieuwe klantwensen. Voor de aanvullende wensen moesten alle tekeningen aangepast worden. “Als er tachtig mensen rondlopen met een tekening dan is dat een opgave, want het ging in totaal om zo’n driehonderd aanvullende wensen”, aldus Bleijenberg.

Van Mossel was een klant die kwaliteit verwachtte. De technieken werden daarom zoveel mogelijk weggewerkt uit het zicht. Er zijn geen roosters of radiators te zien. Dit betekende dat alle installaties aan de voorkant ontworpen moesten worden, want achteraf kon het niet meer worden aangepast. “Dat was een flinke puzzel. Gelukkig liep de samenwerking goed. Er was een open cultuur en we maakten samen de bouw. Van Mossel en Bouwbedrijf van de Ven waren altijd bereikbaar en boden hulp aan wanneer dat nodig was. Ik ben trots dat we zo’n project hebben kunnen en mogen maken. De klant en de mensen die er werken gaven ons achteraf complimenten. Dat is gaaf. Bij zo’n project gaat je technisch hart wel sneller kloppen”, aldus Bleijenberg.