Platform over installatietechniek, klimaatbeheersing en elektriciteit
Rotterdam, Depot Boijmans van Beuningen | Installatietechniek in dienst van de kunst

Rotterdam, Depot Boijmans van Beuningen | Installatietechniek in dienst van de kunst

Musea tonen meestal slechts een klein deel van hun rijke kunstcollectie, maar museum Boijmans van Beuningen breekt volgend jaar met die traditie. Het Rotterdamse museum nodigt bezoekers uit om in het nieuwe depot de hele collectie van ruim 150.000 kunstwerken te ontdekken. Bezoekers kunnen meekijken bij restauraties en de wereld achter het museum ontdekken. Maar, laat je niet afleiden door het warme welkom en spectaculaire architectonische ontwerp van MVRDV, de preservatie van de kunstschatten heeft de hoogste prioriteit. De installatietechniek is hier dienstbaar aan, leggen installatieadviseurs Marco Maas en Yilmaz Akbina van Royal HaskoningDHV uit.

Het opslaan en conserveren van zo’n waardevolle kunstcollectie stelt speciale eisen aan de installatietechniek; ieder risico op brand, inbraak en waterschade moet voorkomen worden en de luchtcondities moeten optimaal zijn. “Watervoerende leidingen door depots zijn een no-go”, zegt Maas. “Daarnaast worden hoge klimatologische eisen gesteld aan de ruimtes. Zo zijn er verschillende klimaateisen gedefinieerd om (an)organische objecten, foto’s en objecten van metaal zo efficiënt mogelijk op te slaan.” De luchtcondities zijn per depot afgestemd op de objecten die er staan en er worden strikte bandbreedtes ten aanzien van het klimaat gehanteerd. “Voor de ‘standaard’ depotruimtes geldt bijvoorbeeld een temperatuureis in de zomer van 18-22°C en de relatieve luchtvochtigheid mag fluctueren tussen de 52 en 55%; in de winter bedragen de eisen 16-20°C en 47 tot 52%. In ieder depot worden deze condities constant gemonitord.” Het gebouw wordt energiezuinig verwarmd en gekoeld door gebruik te maken van een WKO-installatie.

Ventilatie

In de kunstdepots wordt bovendien weinig geventileerd. “De standaard ventilatievoud bedraagt maximaal 0.2 1/h”, leggen Maas en Akbina uit. De voorbehandeling van verse lucht vindt plaats op de 6e verdieping, waarna de lucht via de schachten naast de trappenhuizen wordt getransporteerd naar de mezzanine op de 1e verdieping. Daar wordt de lucht nabehandeld. Vervolgens leiden toevoerkanalen de geconditioneerde lucht langs de gevels naar de depots. “In de kunstruimten wordt de lucht niet actief afgezogen. Er is een overstortvoorziening die de lucht afvoert naar het atrium. Daar wordt centraal de ventilatielucht afgezogen, waarna warmte en vocht worden herwonnen en opnieuw worden gebruikt.”

De nabehandelingskasten zijn op de 1e verdieping geplaatst; op de 6e verdieping bevinden zich de voorbehandelingsluchtbehandelingskasten en de installaties voor het restaurant.

Infrastructuur

Bijna alle verticale infrastructuur – de elektra, luchttoevoer voor het atrium, waterleidingen en verwarmingsleidingen – bevindt zich in het hart van het gebouw en vindt via schachten aan beide zijden van het 35 meter hoge atrium zijn weg naar de technische ruimten. “De technische installaties zijn ondergebracht in mezzanines, tussenverdiepingen op de 1e en 6e verdieping”, zegt Akbina. “De belangrijkste elektrotechnische installaties zoals de hoofdverdeelinrichting, noodstroomvoorziening en MER/SER-ruimten zijn tussen de begane grond en  eerste etage gehuisvest.” PV-panelen leveren elektriciteit uit zonne-energie.

Veiligheid

Akbina is elektrotechnisch ingenieur en vertelt dat ook ten aanzien van de elektra speciale veiligheidsvoorzieningen zijn getroffen. “Zoals een grote accu die ononderbroken de belangrijkste functie kan overnemen als de netspanning wegvalt. Wanneer een depot wordt betreden, gaat zowel in de betreffende als aangrenzende zone de verlichting branden zodra beweging wordt gedetecteerd. En – als er geen beweging meer wordt waargenomen – gaat niet alleen de verlichting uit, maar worden ook de wandcontactdozen spanningsloos. Er is dan geen spanning aanwezig in het betreffende depot waardoor de kans op brandgevaar en kortsluiting vermindert.”

Waterhuishouding

Tussen de betonnen gebouwschil en de spiegelende gevel lopen de hemelwaterafvoeren. Maas: “Het regenwater van het dakbos wordt met een onderdruksysteem naar de prefab kelders gevoerd.” Voor de put worden blaadjes en takjes uit het water gezeefd, zodat het water relatief schoon de tanks in gaat. Is er watervraag van de wc’s, dan wordt het regenwater door een driedelig filter gepompt. Eerst een grove filter en daarna een fijn filter en vervolgens ontdoet het carbonfilter het water van geur en kleur. Het zijn maatregelen zoals deze waardoor het Depot Boijmans van Beuningen zowel energie- als milieu-efficiënt wordt.   

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.