Tagarchief: bba binnenmilieu

Adviezen voor scholen met concrete verbeterplannen: ‘Geld alleen is geen garantie voor een Frisse School’

BBA 1 Groot kopiëren
Lees het gehele artikel

We zijn inmiddels een half jaar verder, tijd om ook in deze Frisse Scholen-special aan Froukje van Dijken (bba binnenmilieu) te vragen hoe het gaat met de gezondheid van de leeromgeving op scholen.

“Corona voert nog steeds de boventoon, ook als het gaat om ventilatie op scholen”, vertelt ze. “Het is nu ruim een jaar geleden dat de eerste maatregelen ingingen en niemand wist toen wat ons te wachten stond. Wat ik nu wel weet, is dat scholen zich door corona veel bewuster zijn geworden van het belang van ventileren. Ondanks dat het RIVM voornamelijk de nadruk legt op de anderhalve meter afstand en het belang van ventileren in eerste instantie niet bewezen achtte. De World Health Organisation (WHO) heeft het wat mij betreft mooi samengevat met de 3 C’s van situaties die vermeden moeten worden: Crowded places (met veel mensen bij elkaar), Close-contact settings (in het bijzonder waar mensen met elkaar praten op korte afstand) en Confined and enclosed spaces (met slechte ventilatie). Belangrijk is in elk geval dat er voor de verbetering van scholen € 360 miljoen beschikbaar is gesteld. De eerste tranche van € 100 miljoen werd uitgekeerd via de Speciale uitkering ventilatie in scholen (SUVIS) en was op 11 maart leeg. Hoe het resterende deel van het budget besteed gaat worden, is nog niet bekend gemaakt.”

Stekker eruit

In de regeling zijn randvoorwaarden gesteld, maar dat is nog geen garantie dat je als school een goed ventilatiesysteem krijgt. “Daar zijn toch echt goede afspraken voor nodig met adviseurs en installateurs”, aldus Van Dijken. “We kennen gevallen van scholen die een nieuw ventilatiesysteem kregen, maar docenten trokken gewoon de stekker eruit omdat de installatie teveel lawaai maakte. Voor nieuwbouw is dat afgedekt in de wettelijke eisen van het Bouwbesluit, maar voor bestaande bouw niet. Met alleen geld ben je er dus niet; je moet vooraf vastleggen dat er stille installaties moeten komen.”

Om scholen te ondersteunen met het stellen van de juiste eisen heeft bba binnenmilieu een SUVIS-advies geschreven; een kennisdocument met adviezen om een goede eindkwaliteit te borgen als installaties verbeterd worden. “We hebben dit uit eigen beweging geschreven en Ruimte-OK heeft het direct op haar website geplaatst. Bij een professioneel bestuur van een grote onderwijsorganisatie zie ik niet snel problemen ontstaan, kleinere scholen en eenpitters hebben het lastiger.”

De drie C’s van de WHO.

Vier adviezen

“Het eerste advies is dat je duidelijke eisen moet stellen. Niet alleen wat betreft de hoeveelheid luchtverversing van de nieuwe installatie, maar ook over het geluidsniveau, tocht en dat de toegevoerde lucht schoon moet zijn. Zeg maar een Programma van Eisen Frisse Scholen Light”, aldus Van Dijken. “Ons tweede advies is: controleer bij oplevering of ook gedaan is wat afgesproken is, liefst door een onafhankelijk bureau. Punt drie is het onderhoud. Zorg voor een contract waarin dit goed is vastgelegd, zodat de onderhoudskosten straks geen verrassing zijn. Het vierde advies gaat over de monitoring van de prestaties. De SUVIS-regeling eist onder meer dat in elke onderwijsruimte CO2-meters komen waarvan de gegevens minimaal één jaar worden opgeslagen. Met de installateur kan worden afgesproken om hier periodiek over te rapporteren, om de prestaties en eventuele afwijkingen in beeld te krijgen.”

Serieus geld

“We hebben dit advies vooral geschreven om te zorgen dat de scholen waar krijgen voor hun geld”, benadrukt Van Dijken. “Ze moeten nog steeds 70% van de kosten zelf betalen en dat is serieus geld. Dus zorg dat het goed gebeurt en geloof de installateur niet zomaar op zijn blauwe ogen. Scholen moeten zich er ook van bewust zijn dat de exploitatiekosten en energierekening omhoog gaan als er meer wordt geventileerd. Ook dat kun je van tevoren duidelijk in beeld brengen.”

Ventileren eerst

“We zijn in elk geval blij dat scholen steeds bewuster bezig zijn met ventilatie en dat is deels te danken aan corona en aan het eerder genoemde eindrapport. Het effect van maatregelen kunnen we helaas nog niet beoordelen, omdat we geen representatieve situatie hebben. Corona betekent voor ons nog steeds: anderhalve meter afstand bewaken en ventileren, ventileren, ventileren. Voor het monitoren van de luchtkwaliteit letten we nu alleen op CO2. Fijnstof bijvoorbeeld, is nu even minder relevant. Fijnstof is en blijft echter wel een aandachtspunt en krijgt in de volgende versie van Frisse Scholen FS een paragraaf, maar ventilatie is nu veel urgenter. Zelfs een school naast een drukke weg adviseren wij de ramen open te zetten. Ik geloof in elk geval dat het voor scholen die – met SUVIS-geld of niet – hun ventilatie goed op orde krijgen, het letterlijk een verademing zal zijn.”    

Meer informatie is te vinden bij www.binnenmilieu.nl en www.ruimte-ok.nl.

Toetsing bij projecten is in elke fase nodig

bba-1-kopieren
Lees het gehele artikel

Frisse Scholen: een omvangrijke uitdaging

Hoewel de afgelopen jaren vorderingen zijn gemaakt en tegenwoordig bijna alle nieuwe scholen worden gebouwd op basis van het Programma van Eisen Frisse Scholen, is er nog steeds veel, heel veel te doen. Nederland telt 8.000 scholen in het basis- en voortgezet onderwijs, waarvan ruim 6.700 basisscholen. Vijf jaar geleden was in 80% van deze scholen de kwaliteit van het binnenklimaat onvoldoende. Dat percentage is waarschijnlijk maar marginaal gedaald. “Duizenden scholen aanpakken, daar gaat heel veel tijd overheen.”

Froukje van Dijken werkt voor adviesbureau bba binnenmilieu en is gespecialiseerd in binnenmilieu in scholen en kinderdagverblijven. Tot eind 2019 was zij vijf jaar actief voor de pilot Rotterdamse Frisse Scholen Toets, in samenwerking met de GGD. “De pilot is ooit onder toenmalig wethouder, nu minister Hugo de Jonge opgestart om te onderzoeken hoe we renovaties en nieuwbouw beter konden aanpakken als het gaat om de aspecten van Frisse Scholen.”

Consequenties

De aanleiding voor alle initiatieven voor frisse scholen zijn nog immer hetzelfde. Op teveel scholen is het slecht gesteld met luchtkwaliteit, omgevingstemperatuur en/of akoestiek of is sprake van tocht. Dat heeft aanmerkelijke consequenties voor de gezondheid en prestaties van leerlingen en docenten. Een beter binnenklimaat betekent namelijk meer comfort, minder gezondheidsklachten, betere leerprestaties en minder verzuim.

Voor het Rijk en een aantal gemeenten en provincies was dit aanleiding om initiatieven te nemen en pilots op te starten. Dan blijkt het op veel fronten een stugge problematiek te zijn. Ten Dijken: “Voor de pilot in Rotterdam hebben we tussen 2015 en 2019 voor vijftig scholen een Frisse Scholen Toets gedaan. De gemeente Rotterdam heeft als ambitie dat het binnenmilieu in alle scholen voldoet aan Frisse Scholen Klasse B. Met de Frisse Scholen Toets werd voor elk geval en in verschillende projectfases nauwkeurig getoetst of aan de gestelde prestatie-eisen kan worden voldaan. We hebben geconstateerd dat er veel vooruitgang is geboekt maar dat er ook nog verbeteringen mogelijk zijn, in elke fase.”

Op papier in orde

“In de VO-fase kijken we vooral naar het binnenklimaatconcept. Later in het bestek controleren we of de prestatie-eisen eenduidig en bindend zijn vastgelegd, zodat zo nodig de installateur of aannemer verantwoordelijk zijn voor het behalen van de prestatie-eisen. Bij de oplevering kijken we of ook in de praktijk aan de eisen voldaan is. Het is een optelsom van details die uiteindelijk de eindkwaliteit bepalen. Denk bijvoorbeeld aan een opgeleverde school met een mooi regelbaar ventilatiesysteem, waarvan tijdens de bouw stof is achtergebleven in de ventilatiekanalen. Dit bouwstof wordt straks meegeblazen met de ventilatielucht, wat leidt tot slijmvliesirritaties en het gevoel van droge lucht. Op papier is alles in orde, maar doordat bij de uitvoering niet de puntjes op de i worden gezet, krijg je dus klachten. Daarom is toetsing in elke fase essentieel.”

Frisse Scholen adviseurs

Om deze toetsing op grote schaal gestalte te geven, pleit Van Dijken voor het inzetten van onafhankelijke Frisse Scholen-adviseurs. “Scholen zijn een bijzonder soort projecten met hun eigenaardigheden en valkuilen. Niet alleen technische kennis is van belang. Gevoel voor wat er belangrijk is voor huisvesting van scholen en wat daarbij in de praktijk vaak misgaat, is minstens zo essentieel. Om een betere eindkwaliteit te realiseren, is het aan te bevelen dat een onafhankelijke derde meekijkt met oog voor tegenstrijdige belangen. Om de Frisse Scholen Toets bij alle schoolprojecten uit te voeren, zijn meer van dat soort adviseurs nodig. We merken wel dat steeds meer partijen Frisse Scholen oppakken. In Rotterdam, Amsterdam en Groningen zijn inmiddels programma’s opgezet. Ook individuele schoolbesturen hebben inventarisaties gedaan en willen hun gebouwvoorraad verbeteren.”

Maatwerk

Van Dijken heeft niet één oplossing voor alle scholen voorhanden. “Het is doorgaans maatwerk. Ik denk ook dat het helpt om de uitvoerende partijen eerder in het ontwerpproces te betrekken. Een goede adviseur kan een concept opzetten dat past bij het gebouw en de wensen van de opdrachtgever. De installateur kan een rol spelen bij de uitwerking van het ontwerp. Denk daarbij verder dan de investeringskosten. De kosten van energieverbruik en onderhoud van de installaties zijn meestal hoger dan de initiële investering”, vertelt ze. En over de trendmatig stijgende temperaturen: “Vijftien jaar geleden was het motto: scholen zijn geen chique kantoren, in de warme maanden komen kinderen in korte broek en rok naar school. Bovendien is er de zomersluiting: waarom voor die paar weken dure koeling installeren? Ik kan daar deels in meekomen, maar het neemt niet weg dat je op school zit om te leren. Wordt het te warm, dan nemen de schoolprestaties af. Financierende partijen roepen nog vaak dat koeling in scholen luxe is, maar vinden duurzaamheid wel belangrijk. En met warmtepompen kun je zo gratis een stukje koeling verzorgen. Langzamerhand zien we koeling in nieuwbouw toepassing vinden.”

RIVM

En toen was er corona. Van Dijken: “Hopelijk brengt dit het verhaal over scholen en binnenklimaat in een versnelling. Er zijn veel aanwijzingen dat de route via de lucht een grote rol speelt bij de verspreiding van het virus. Bij veel zogenaamde ‘super spreading events’ was sprake van voldoende afstand tussen mensen en werden hygiënemaatregelen in acht genomen. Overeenkomst was steeds de slechte ventilatie van de ruimte. In aanvulling op het advies van het RIVM is ons advies daarom: ventileren, ventileren, ventileren. Dat is sowieso belangrijk voor de leerprestaties en de gezondheid, het risico op griep of verkoudheid is een stuk lager als je goed ventileert en vermoedelijk geldt dat ook voor corona. Je zou denken dat de beperkingen om hier wat aan te doen, liggen bij de oudere scholen. Maar oude schoolgebouwen met hun hoge lokalen en hoge kiepramen zijn erop ontworpen om in de winter ramen te kunnen openen, zonder dat je veel tocht krijgt. Later kwamen de verlaagde plafonds en lokalen met slechte ventilatie. Die oude lokalen waren zo gek nog niet. Iedereen is zich nu wel goed bewust van het belang van goede ventilatie, daar is nu een belangrijke reden bij gekomen. Scholen die het niet goed op orde hebben, zouden versneld aan de slag moeten. Wacht hier niet twee, drie jaar mee.” 


De belangrijkste corona-adviezen voor scholen:

1. Ventileren, ventileren, ventileren.

2. Lucht regelmatig.

3. Zet CO2-sturing uit, zodat dat altijd maximaal geventileerd wordt. Ook als

het lokaal maar half bezet is.

4. Regel de installatie op kloktijden. Ventileer twee uur voor en twee uur na

de gebruikstijd door.

5. Laat ’s nachts de ventilatie op een lage stand doordraaien.

6. Geef docenten instructies over het gebruik van ventilatievoorzieningen.

Meer weten?

www.rvo.nl (zoek op frisse scholen), www.binnenmilieu.nl, www.ruimte-ok.nl

www.vla.nu