Het is een opkomend verschijnsel in scholen: luchtverdeelslangen als eindstation van een ventilatiesysteem. Met name voor renovaties is deze flexibele oplossing met textiele kanalen interessant. Zeker met een gevarieerd aanbod aan kanaalvormen, ophangingen en uitblaasmodellen.
FabricAir is een leverancier van luchttoevoer- en -verdeelsystemen met een hoofdkantoor in Denemarken. “De feitelijke textielproductie gebeurt in Litouwen, waar nog mensen worden opgeleid om ambachtelijk naaiwerk te maken”, vertelt Ruud Meijer, Country Manager FabricAir voor Nederland. “We zijn vooral een textielbedrijf, maar dan voor de installatiebranche.”
Dat de installateur de airsock ontdekt voor scholenbouw, bevreemdt Meijer niet: “Bij renovaties is het vaak puzzelen om nieuwe kanalen weg te werken in een bestaande situatie zonder de constructie ingrijpend te hoeven aantasten. Met ons zeer flexibele systeem van luchtverdeelslangen en ophangsystemen kunnen wij hiervoor bijna altijd een oplossing bieden. Ook als straks mogelijk de ventilatienorm voor klaslokalen wordt verhoogd van 30 naar 60 kuub per persoon per uur, kunnen wij dat met onze producten relatief gemakkelijk aanpakken.”
Een specifieke oplossing begint bij een specifiek advies. Meijer: “Daar ligt mede onze toegevoegde waarde. FabricAir verzorgt volledig aerodynamische berekeningen op maat, om te komen tot de ideale luchtverdeling en het hoogste comfort. Bij nieuwbouw is dat wat eenvoudiger, bij renovaties is het complexer. Maar met de mogelijkheden in stof, inblaasmodel, kanaalvorm en ophanging komen we er zeker uit.”
Om te beginnen de stof, die kan in elke kleur geleverd worden. Meijer: “Voor een architect is het prettig als hij controle heeft op de kleurkeuze. Voorts kan de stof ook vlamvertragend of antistatisch gemaakt worden.” Met deze stof maakt
FabricAir kanalen in meerdere vormen: rond, halfrond, kwartrond (voor in hoeken), vierkant, rechthoekig en semi-ovaal. De keuze wordt bepaald door de ruimteafmetingen, het benodigde luchtvolume en de vormgeving. Indien nodig of gewenst houden aluminium profielen of hoepels de kanalen in de gewenste vorm.
In deze kanalen zijn weer verschillende vormen van inblaas mogelijk. Dat verschilt van uitblazen door luchtdoorlatend textiel, door (micro)perforaties in het textiel of door nozzels, waarbij het ook mogelijk is met plaatsing ervan de ‘worp’ te richten. Ten slotte is er een dozijn mogelijkheden om de kanalen op te hangen aan kabels of rails, waarmee elke lastige installatie het hoofd kan worden geboden. “Het resultaat is een tochtvrije, stille luchtinblaas zonder condensvorming die eenvoudig is in onderhoud en overal in het lokaal verse lucht brengt”, aldus Meijer. “Het enige dat we nodig hebben, is een aansluiting onder het plafond. Vanaf daar kunnen wij verder bouwen. Je moet uiteraard wel zorgen voor voldoende overflow, bijvoorbeeld met roosters in de deuren.”