Platform over installatietechniek, klimaatbeheersing en elektriciteit
‘Reductie koudemiddelen zorgt voor nieuwe uitdagingen’
Anton Dijksma, Product & Quality Manager

‘Reductie koudemiddelen zorgt voor nieuwe uitdagingen’

In 2015 werd bij wet bepaald dat het gebruik van synthetische F-gassen koudemiddelen met een hoge GWP-waarde zowel in bestaande als in nieuwe HVAC-installaties gereduceerd moest worden. Hiervoor werd een reductieschema vastgesteld van 100% in 2015 naar 21% in 2030. De reductie werd geregistreerd in de ‘ton-equivalente CO2-uitstoot’ van het betreffende koudemiddel, ook wel de GWP-waarde (Global Warming Potential) genoemd. 

Laten we als voorbeeld het koudemiddel R410A nemen. Dit heeft een GWP-waarde van 2088, wat inhoudt dat 1 kg van dit geproduceerde/geïmporteerde koudemiddel een factor 2088 bijdraagt in het reductieschema. Het momenteel veel toegepaste koudemiddel R32 heeft een GWP-waarde van 675, wat betekent dat binnen het reductieschema dus drie keer zoveel R32 gebruikt kan worden als R410A. 

Inmiddels zitten we in 2022 op een reductiepercentage van 45% en zijn we nog slechts 8 jaar verwijderd van het percentage van 21%. Bovendien zijn medio 2022 de huidige reductiedoelstellingen beoordeeld en ligt er een voorstel om nog sneller te reduceren (5,17% in 2030 i.p.v. 21%). Dit maakt het noodzakelijk om koudemiddelen toe te passen met een nóg lagere of zeer lage GWP-waarde. Maar dit heeft behoorlijke gevolgen voor installateurs, adviesbureaus en eindgebruikers.

De momenteel beschikbare koudemiddelen voor HVAC-installaties met hermetisch gesloten systemen zijn vervangers als R32 (GWP-waarde 675), R454B (GWP-waarde 467) en R290 (GWP-waarde 3). Voor HVAC-installaties met semi-hermetisch gesloten systemen zijn vervangers als R513A (GWP-waarde 631) en R1234ze (GWP-waarde <1) beschikbaar en toepasbaar. Maar hier zit een addertje onder het gras, of beter ‘ontstaat een nieuwe uitdaging’. Immers, hoe lager de GWP-waarde van het alternatieve koudemiddel, hoe brandbaarder het wordt. Zo vallen R32, R454B en R1234ze nog in de klasse ‘laag ontvlambaar’, maar valt R290 in de klasse ‘licht ontvlambaar’.

Om HVAC-installaties te kunnen blijven produceren en installeren, rekening houdend met de aangescherpte reductie, zijn we aangewezen op koudemiddelen die niet meer onbrandbaar zijn. Daar is geen ontkomen meer aan, terwijl dit een grote impact kan hebben op het ontwerp, de bouw en het onderhoud van deze installaties. De onlangs gewijzigde EN 378 geeft richtlijnen voor een goed ontwerp en heeft een ANNEX C voor het bepalen van vullimieten op basis van toxiteit en brandbaarheid. De oude NPR7600:2013 omvatte richtlijnen alleen voor koolwaterstoffen (zoals R290). De nieuwe NPR7600:2020 geeft richtlijnen voor alle brandbare koudemiddelen, dus behalve R290 ook R32, R454B en R1234ze.

De belangrijke boodschap van dit verhaal is dan ook: verdiep je nu vast in deze richtlijnen zodat maximale koudemiddelvullingen en eventuele aanvullende veiligheidsvoorzieningen bekend zijn, evenals eventuele explosiegevaarlijke zones rondom een opgestelde machine. Start ook nu al met het opleiden van servicetechnici die straks deze installaties gaan onderhouden.     

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.