Nederlandse superjachtbouw zet in op groot, groter, grootst

De superjachtsector, met jachten van 30 meter en langer, floreert. Ook in Nederland, dat een steeds belangrijkere plek inneemt in de wereldwijde superjachtbouw. Meerdere werven zijn op dit moment aan het opschalen om aan de groeiende vraag naar grote jachten (tot 160 meter) te voldoen. Daarbij bouwen zij geen standaard scheepswerven, maar state-of-the-art hallen die uitblinken in bouwtechniek, duurzaamheid én uitstraling. “De superjachtbouw is een wereld waarin vooral de superrijken zich bewegen en die vraagt om een specifieke benadering”, weet Marc Oudt van Vink Systemen. “Zo worden alle jachten steevast gebouwd en getoond in een showroomachtige omgeving, die tot in de puntjes moet worden afgewerkt. Ook als het om de luchtkanalen gaat.”

Van de nieuwe scheepswerf van Royal van Lent Shipyard in Amsterdam en de jachthallen van Oceanco 1 en 2 in Alblasserdam tot en met het feadship-project van Koninklijke De Vries Scheepsbouw in Aalsmeer: Vink Systemen wordt bij steeds meer superjachtbouwprojecten betrokken en mag zich inmiddels ‘ervaringsdeskundige’ noemen. “We zien dat de superjachtbouw in Nederland een aantal gemeenschappelijke kenmerken heeft”, vertelt Oudt. “Zo moet een optimaal werkklimaat te allen tijde worden geborgd. Het op maat inbrengen van frisse lucht en efficiënt afzuigen van gebruikte lucht speelt hierin een belangrijke rol, wat tevens geldt voor het zorgvuldig afzuigen van spuitverfdampen.” Dat klinkt eenvoudig, maar is het allerminst. “Bij de hallen die vandaag de dag worden gebouwd, zijn hoogtes tot 30 meter geen uitzondering. Om deze hallen te klimatiseren, is gemiddeld 5.000 tot 10.000 m² kanaalwerk nodig, in afmetingen van soms wel 2 meter breed en 1 meter hoog. Om deze luchtkanalen netjes op hoogte te monteren, vereist niet alleen een gedegen planning en afstemming, maar ook een uitgekiende logistiek.”
Montage op hoogte

Het feadship-project van Koninklijke De Vries Scheepsbouw in Aalsmeer.

Grofweg heeft Vink Systemen hierbij keuze uit drie opties. “Allereerst kunnen we de luchtkanalen bevestigen in de staalconstructie”, vertelt Oudt. “In dat geval bouwen we met de staalbouwer mee omhoog en maken we gebruik van de hijskraan ter plaatse. Bepaald geen sinecure, omdat onze monteurs dan vanaf een hoogwerker op 30 meter hoogte de kanaaldelen moeten vastzetten. Deze taak is niet voor elke monteur weggelegd.” Een alternatieve optie is om een separate staalconstructie aan de spanten van de hoofddraagconstructie te bevestigen, waar de luchtkanalen bovenop worden geplaatst. “Ook deze aanpak is bewerkelijk, omdat in dit geval 30 meter hoge steigers opgebouwd moeten worden, voorzien van grote liften die de kanaaldelen naar boven brengen”, aldus Oudt. “Een tussenvorm is om de staalbouwer al het bevestigingsstaal voor de luchtkanalen te laten monteren, waarna we met grote verrijkers het kanaalwerk in de constructie leggen.”

Visitekaartje van de jachtbouwer

De superjachthallen die vandaag worden gebouwd, zijn vaak het visitekaartje van de jachtbouwer, weet Oudt. “De hallen moeten dan ook tiptop in orde zijn. Voor de luchtkanalen geldt in dit geval dat alle kanalen perfect uitgelijnd moeten zijn en dat ophangingen op gelijke afstand bevestigd moeten worden. Deukjes, krasjes en achtergebleven stickers zijn uit den boze, omdat alle kanaalwerk in het zicht blijft. Elke onvolkomenheid valt direct in het oog. Een zorgvuldige montage is dan ook onontbeerlijk, waar wij graag in voorzien.”