Hoewel er een schreeuwend tekort is aan technici, geeft 75% van de werknemers in de techniek aan blij te zijn met zijn/haar baan. Slechts 15% zegt buiten de techniek te willen werken. Dat blijkt uit de TechBarometer 2024, het trendrapport van ROVC Opleidingen. Met alle veranderende technieken is het wel van belang dat technici hun competenties kunnen afstemmen op hun werk. Voor 46% is dit zelfs de doorslaggevende reden om voor een nieuwe baan te kiezen. Als werkgever kun je medewerkers dus behouden en nieuwe mensen aantrekken door hen ontwikkelingsmogelijkheden en kansen te bieden.
Veel werknemers voelen binding met hun organisatie, blijkt uit het onderzoek. In het afgelopen jaar solliciteerde 19% van alle technici naar een andere baan of functie, waarvan 46% bij dezelfde werkgever. Mensen die eenmaal in de techniek werken, zijn over het algemeen dus erg tevreden. Wel moeten ze voldoende ontwikkeling en uitdaging voorgeschoteld krijgen. Alleen technische bedrijven die meegroeien met de tijd en die hun technici opleiden, weten zich te onderscheiden in kwaliteit. Voor bedrijven is dit de belangrijkste reden om technici op te leiden (40%) en om personeel te behouden (36%). Dit blijkt nodig, aangezien 70% van de werknemers in het afgelopen jaar werd benaderd voor een andere functie of baan.
Toch is er nog een groot tekort aan vakmensen. Dat komt volgens Marc Hendriks, manager sales bij ROVC, door het imago en de behoudende instelling van de sector. “Wij hebben altijd technici over de vloer en onze trainers bezoeken bedrijven. We merken dat technici echt liefde voelen voor hun vak. Voorheen werd je vakman van huis uit, later werd het weggezet als laaggeschoold werk, maar er is een kentering gaande. Techniek is een prachtig vak. De passie en loyaliteit die uit het onderzoek naar voren komen, kenmerken onze sector. Toch is de instroom te laag, omdat Nederland een kenniseconomie heeft en lange tijd alle registers open getrokken werden om leerlingen naar het hoger onderwijs te krijgen. Maar wat je ontwerpt en engineert, moet ook gemaakt worden.”
Lange tijd werd er ook vastgehouden aan oude kwalificaties, stelt Hendriks. Er werd bijvoorbeeld te veel gekeken naar het opleidingsniveau bij sollicitaties in plaats van ambitie en kwaliteiten. Zelfs nu nog zegt bijna een kwart van de bedrijven sollicitanten zonder mbo-diploma niet serieus te nemen. Dat is een gemiste kans. “70% van de nieuwe mensen bestaat uit zij-instromers. Zij komen niet uit het reguliere onderwijs. Als sector moet je dan adaptief zijn. Je kunt niet vasthouden aan mensen die mbo-3 of 4 gecertificeerd zijn. Als je doet wat je deed, dan krijg je wat je had en dat is te weinig instroom. ROVC zorgt ervoor dat mensen in drie maanden tijd inzetbaar zijn op de basisvaardigheden. Vervolgens kunnen medewerkers zich verder ontwikkelen door trainingen te volgen. Bij ons zijn die vakinhoudelijk met trainers uit de praktijk. Wat je vandaag leert, kun je morgen toepassen. Het zijn ook geen trainingen waarbij je continu in de schoolbanken zit, je gaat praktisch aan de slag. Dit zorgt ervoor dat mensen een goed beeld krijgen van de praktijk en dat ze echt gemotiveerd raken.”
Opleiden is één manier om in medewerkers te investeren, maar er is meer. Kennis delen met collega’s, investeringen in veiligheid en persoonlijke beschermingsmiddelen, goede materialen, samen lol hebben en betekenisvol werk doen: het hoort er volgens Hendriks allemaal bij. “Binnen alle sectoren is er werk genoeg, maar met techniek draag je echt iets bij aan de maatschappij. Het is mooi werk met een mooi toekomstperspectief. Met zijn allen moeten we alle registers opentrekken om dat te vertellen.”