In januari werd het laatste woonblok van Leidsche Rijn Centrum, één van de grootste Nederlandse bouwprojecten van de afgelopen jaren, opgeleverd. De grootschaligheid, de verwevenheid van de bouwblokken en het grote aantal aannemerscombinaties maakten het werk voor Huygen Installatie Adviseurs zeer dynamisch.
28.000 m2 winkels, 10.000 m2 kantoren, 10.000 m2 horeca, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen, ruim 750 appartementen en een ondergrondse parkeergarage met bijna 2.000 plaatsen telt het nieuwe stadscentrum voor de 90.000 inwoners van Leidsche Rijn in Utrecht. Een enorm project van ontwikkelcombinatie Leidsche Rijn Centrumplan (een samenwerkingsverband tussen a.s.r. Vastgoed Projecten en Vesteda), waarvoor het eerste ontwerp in 2008 werd gemaakt. Adviesbureau Huygen zat toen al aan tafel om de installatietechnische uitgangspunten op te stellen.
De kantoren en commerciële plint hebben allemaal een BREEAM ontwerpcertificaat. Huygen heeft hiervoor in de ontwerpfase voor alle technische credits de BREEAM-expert bijgestaan en de bewijslasten verzorgd. Tijdens de uitvoering heeft ze als commissioningsmanager geopereerd voor de BREEAM. Aan de oplevercertificaten wordt momenteel nog hard gewerkt.
Alle appartementen, kantoren en commerciële units zijn aangesloten op een collectieve WKO-installatie. “Huygen Installatie Adviseurs heeft een strategische adviesbijdrage geleverd in de selectie en contractvorming van de leverancier voor deze warmte- en koude-opwekkingsinstallaties”, vertelt adviseur Ronald Nijhoff.
Een behoorlijke legpuzzel was het inpassen van de installaties in de parkeergarage. De tien woonblokken staan erbovenop, waardoor alle aansluitingen naar de woningen (riolering, water, elektra, glasvezel en coax) in de garage uitkomen. Huygen heeft al in de aanbestedingsfase het ontwerp in 3D uitgewerkt om tot een zo optimaal mogelijke inrichting te komen. Nijhoff: “We hadden hier te maken met een aantal uitdagingen. Neem de riolering: die moet over een enorme afstand de garage weer uit, zonder aanvullende pompen. Met normale afschotten had de garage hoger gemaakt moeten worden. In overleg met de gemeente konden we met de helft rekenen, alsof het buitenruimte was. Ook het inpassen van alle kabelgotentracés, de sprinklerinstallatie, centrale warmte en koude transportleidingen en ventilatievoorzieningen, met behoud van de vrije hoogte, was niet eenvoudig.”
Maar liefst acht transformatoren moesten een plek krijgen in de ondergrondse expeditiestraat. Deze werden door Stedin aangesloten op een ringleiding van 10 kV, een kabel ‘die je niet even haaks een bocht om legt’. Flink passen en meten dus, maar ontwerptechnisch is het wel een unicum, volgens Nijhoff: “Het winkelend publiek merkt niets van alle transportbewegingen. Vanuit de stadsbaantunnel komen de vrachtwagens de expeditiestraat ingereden en kunnen de winkels ondergronds worden bevoorraad.”
In de uitvoering had Huygen een belangrijke rol om ‘alle kikkers in de kruiwagen te houden’. “Met vijf aannemerscombinaties met elk drie of vier installateurs is het lastig om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen en te zorgen dat de opdrachtgever krijgt waar hij voor heeft betaald. Tel daarbij op dat het project in de slechte tijd was aanbesteed en werd uitgevoerd in een aantrekkende markt. Dan is het moeilijk om de kwaliteit te blijven waarborgen. Toch is het gelukt. Opdrachtgevers noemen ons niet voor niets ‘uitgesproken betrokken’. We zijn trots op het resultaat: een mooi project dat voldoet aan de kwaliteitseisen zoals die zijn omschreven”, besluit Nijhoff.