Het Klimaatakkoord van 2015 zorgt voor een duurzamere wereld in 2050. De manier waarop we wonen, werken, reizen en voedsel verbouwen verandert ingrijpend. Dat is geen eenvoudig proces, maar met een realistische aanpak zijn de mogelijkheden legio. Het vraagt inzicht, doorzettingsvermogen, innovatieve oplossingen, durf en saamhorigheid.
Resultaat van de afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs is het terugdringen van de CO2-uitstoot tot nul in 2050. In Nederland gaat de discussie heel vaak niet over CO2, maar over aardgas. Wij beseffen dat het gebruik van aardgas eindig is, maar dat neemt niet weg dat CO2-reductie de kern van het beleid is. Bij elke maatregel die we nemen, moeten we ons afvragen of het bijdraagt aan de doelstelling om de CO2-uitstoot te verminderen. Uiteindelijk nemen we afscheid van fossiele brandstoffen, maar dat kan alléén als we slim gebruikmaken van de aanwezige alternatieven. In 2018 was de CO2-uitstoot 5.000 kg per Nederlands gezin per jaar – dan gaat het uitsluitend over wonen-gerelateerde uitstoot. Kijkend naar de verduurzamingsopgave in de bestaande woonomgeving is het goed om te weten dat 85% van woningvoorraad in 2050 er nu al is. Slechts 15% van het totale bestand wordt dus tussen vandaag en 2050 gebouwd. Voor alle woningen en iedereen geldt dat CO2-reductie mede kan worden bereikt door isolatie en een lager energieverbruik. Verder moeten we onderzoeken welke ingrepen positief uitpakken voor welke woningen, waarbij het essentieel is om energie op te wekken met duurzame bronnen zoals zonlicht, wind en water.
Door gebruik te maken van verschillende energiedragers als gasvormigen, elektriciteit en warmtenetten kunnen we haalbare en betaalbare oplossingen neerzetten. De oplossing is elke keer afhankelijk van de specifieke woning. Gecombineerd gebruik biedt de beste kansen en is een realistische aanpak. Waar we bij nieuwbouwwoningen relatief makkelijk de beste oplossing kunnen toepassen, moeten we bij bestaande woningen steeds op zoek naar maatwerkoplossingen. Door het slim benutten van de infrastructuur van elektriciteit, warmte en gasvormigen maken we optimaal gebruik van zonne- en windenergie. Transport en opslagmogelijkheden zijn daarin cruciaal, want transport en de opslag van elektriciteit zijn lastiger te realiseren dan bij gasvormige oplossingen.
Het einde van de cv-ketel is niet nabij. Gasvormigen als energiedrager zijn interessant, omdat ze goed op te slaan en prima te transporteren zijn. Aardgasgebruik verdwijnt op de lang termijn– daarvan zijn we overtuigd, maar er zijn duurzame alternatieven: waterstof, biogas en synthetisch gas. In zowel de industrie als mobiliteit speelt waterstof een steeds belangrijkere rol. Het is mogelijk om waterstof te winnen uit water. Heel belangrijk: zowel bij het opwekken als verbranden van waterstof komt geen CO2 vrij. Voor het opwekken ervan is elektriciteit nodig – als dat gebeurt met zonnepanelen en windmolens hebben we een duurzaam alternatief. Verder kunnen waterstof en andere gasvormigen eenvoudig opgeslagen worden en maken we voor het transport gebruik van het bestaande aardgasnetwerk. Nederland is het enige land in de wereld met een dergelijke structuur. Gasvormige oplossingen, waaronder waterstof, kunnen een belangrijke rol spelen in zowel nieuwe als bestaande bouwomgevingen. We realiseren ons echter ook dat het bestaande netwerk en de bestaande installaties aanpassingen nodig hebben, maar uiteindelijk is dat allemaal heel goed mogelijk.
Elektriciteit als energiedrager is een prima oplossing, omdat het goede mogelijkheden biedt bij nieuwbouw. Het biedt mensen bovendien de kans om gedeeltelijk zelfvoorzienend te worden dankzij de toepassing van zonne- en windenergie. Bij nieuwbouwprojecten zijn we in de positie optimaal werkende oplossingen toe te passen. Een combinatie van een warmtepomp en duurzaam opgewekte stroom is ideaal voor nieuwbouw. Ook bij bestaande woningen biedt het kansen, maar dan zijn er een aantal uitdagingen, met name op het gebied van isolatie en installatie. Zo kunnen warmtepompen niet direct functioneren met bestaande radiatoren. Een hybride opstelling is in de bestaande bouw een zeer goed alternatief. Heel Nederland all-electric? Nee, we zijn ervan overtuigd dat dit geen oplossing is. We hebben een opwekkingsprobleem, een grote logistieke uitdaging, en onvoldoende netcapaciteit om heel Nederland te voorzien in de elektriciteitsvraag, maar dat elektriciteit als één van de oplossingen een waardevolle energiedrager is staat vast.
Wijken met bijvoorbeeld stadsverwarming zijn aangesloten op een warmtenet. Dat is een ondergronds netwerk van leidingen waardoor warm water stroomt. Dat warme water wordt gebruikt om woningen, kantoren en andere gebouwen te verwarmen. Woningen in die wijken profiteren van restwarmte. Op dit moment is de warmte afkomstig van industrie, verbranding van biomassa, aardwarmte, oppervlaktewarmte en afvalwater. Idealiter is het niet nodig om bij te verwarmen met een cv-ketel. Warmtenetten werken optimaal als de restwarmte in de buurt is, zodat er geen warmte verloren gaat tijdens het transport. Warmtenetten vormen een zeer interessante oplossing, zolang we gebruik blijven maken van duurzame restwarmte.
Wij geloven niet in één oplossing. We zijn realistisch: in onze ogen zijn er meerdere wegen die naar duurzaamheid leiden. Remeha is van mening dat onze energievoorziening een mix moet zijn waarin ruimte is voor verschillende energiedragers. We sluiten geen technologieën uit, geloven in meerdere energiedragers en stimuleren innovaties. Op die manier kunnen we aan het Klimaatakkoord voldoen en werken aan een duurzame samenleving. Gasvormigen, elektriciteit en warmtenetten helpen gezamenlijk bij de verduurzaming en dus het terugdringen van CO2-uitstoot in Nederland. Daar staat Remeha voor en deze realistische visie dragen we uit.