Het is van groot belang dat nieuwe en bestaande vakmensen goed opgeleid en gecertificeerd worden, vindt branchevereniging NVKL. Niet alleen is er een tekort aan bekwaam vakpersoneel door een toenemende vraag, ook is de markt sterk in beweging. De F-gassenverordening speelt daarin een grote rol.
In 2009 werd de Europese F-gassenverordening ingevoerd met als doel om de emissie van koudemiddelen uit koel- en klimaatinstallaties te beperken en daarmee de opwarming van de aarde door deze broeikasgassen te voorkomen. Deze verordening werd vervolgens steeds verder aangescherpt. Waar in eerste instantie alle machines met koudemiddelen lekdicht moesten zijn, is nu besloten om het gebruik van F-gassen tot een minimum te beperken en op de lange termijn helemaal te stoppen.
Dit heeft een grote impact op de sector, aangezien het hele land draait op koelinstallaties met koudemiddelen, zegt Coen van de Sande, directeur van NVKL (de Nederlandse Vereniging van ondernemingen op het gebied van Koudetechniek en Luchtbehandeling) en voorzitter van AREA (de Europese koepelorganisatie voor installateurs in de koude- en klimaattechniek). “De industrie moet op deze regelgeving anticiperen. Zonder koeltechniek hebben we immers geen eten meer, geen logistiek, geen computers en geen energiecentrales. Nu wordt er nog veel gebruik gemaakt van F-gassen, maar wanneer die lekken, dan heeft dat een grote invloed op het milieu. Een alternatief zijn natuurlijke koudemiddelen als ammoniak, propaan en CO2. Die hebben echter weer veiligheidsrisico’s voor mens en omgeving. Je kunt een apparaat dus niet zomaar omzetten naar een ander koudemiddel. Materialen moeten worden aangepast, installateurs en gebouweigenaren moeten weten hoe ze ermee om moeten gaan en lesmaterialen en protocollen moeten herschreven worden.”
Aan fabrikanten dus de taak om apparaten te ontwikkelen die werken met natuurlijke koudemiddelen en die aan alle veiligheidseisen voldoen. Van de Sande: “Fabrikanten moeten toestellen ontwikkelen die op een andere manier werken, componenten moeten aangepast worden, maar ook moeten apparaten makkelijker en sneller te installeren zijn. Verwarmen, koelen en ventileren kan bijvoorbeeld geïntegreerd worden in één apparaat. Alles moet lichter en kleiner en waar mogelijk prefab. Er is immers een tekort aan vakmensen en ook dat kan deels opgelost worden door productontwikkeling en innovatie.”
Dat er een schreeuwende noodzaak is aan nieuw vakpersoneel, ziet ook NVKL. Breder dan ooit moet personeel bovendien bijgeschoold worden, want zelfs magazijnmedewerkers en mensen in de logistiek moeten weten hoe ze met natuurlijke koudemiddelen moeten omgaan. En daarom is er een verandering van mindset nodig, vindt Van de Sande. “Werken in de installatietechniek is niet saai, het is een mooi vak. Je kunt er een heel goede boterham mee verdienen. Voor scholieren en mensen die zich willen omscholen, moet techniek weer aantrekkelijk gemaakt worden.”
Hier ligt niet alleen een taak voor de sector, maar ook voor de overheid. Die moet zorgen voor promotie, vakopleidingen stimuleren en leerlingen goed voorlichten. NVKL zet zich hier in onder meer Den Haag en Brussel voor in. Van de Sande denkt dat de energietransitie mooie kansen biedt voor het vakgebied. “Waar andere mensen minder werk hebben, bijvoorbeeld binnen de automotive sector, kunnen wij hen juist werk aanbieden. Wij zijn verzekerd van een goede toekomst, ondanks de hobbels die we nog moeten nemen. Afgezien van het stikstofdebat, de rentestijgingen en inflatie heeft de bouw- en installatiesector een enorme potentie voor de komende jaren. Als we er met de hele sector onze schouders onder zetten, dan weet ik zeker dat we die uitdagingen aankunnen.”